Einde inhoudsopgave
Scheepvaartreglement Westerschelde 1990
Artikel 29 Loodsschepen
Geldend
Geldend vanaf 01-11-1992
- Bronpublicatie:
15-01-1992, Stb. 1992, 53 (uitgifte: 11-02-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-1992, Stb. 1992, 487 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Een loodsschip, bezig met de uitoefening van de loodsdienst, moet voeren:
- a.
aan of nabij de top van de mast twee rondom zichtbare heldere lichten, het ene loodrecht onder het andere, het bovenste wit en het onderste rood;
- b.
wanneer het varende is, tevens de zijdelichten en het heklicht;
- c.
wanneer het ten anker ligt, behalve de lichten voorgeschreven onder a, de lichten of het dagmerk voorgeschreven voor een ten anker liggend schip.
2.
Een loodsschip, niet bezig met de uitoefening van de loodsdienst, moet de lichten of dagmerken voeren voorgeschreven voor een schip van zijn soort en lengte.