NJB 2014/632:Met toepassing van verhoorprotocol verkregen aangiften van mensenhandel. In casu is het verhoorprotocol opgesteld en toegepast mede in het kader van de opsporing als bedoeld in art. 132a Sv. De opvatting dat de in het verhoorprotocol neergelegde methode – te weten: inzet van een dominee en een ervaringsdeskundige ten behoeve van het verhoor van aangevers – niet mag worden toegepast zonder dat daarvoor een specifieke wettelijke grondslag bestaat is niet juist, nu de enkele toepassing van de methode geen disproportionele inbreuk maakt op grondrechten van de verdachte en niet zeer risicovol is voor de integriteit en beheersbaarheid van de opsporing. Ernstig tekortschieten door het openbaar ministerie in de controle op de uitvoering van het verhoorprotocol, is in casu niet van zodanige aard dat dit tot niet-ontvankelijkheid in de vervolging kan leiden. In casu evenmin aanleiding voor bewijsuitsluiting