BNB 2015/144
Geruisloze inbreng met terugwerkende kracht. Incidenteel fiscaal voordeel
HR 22-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1257, m.nt. R.P.C. Cornelisse
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 mei 2015
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Bavinck, Punt, Van Loon, Van Kalmthout
- Zaaknummer
14/01521
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
R.P.C. Cornelisse
- JCDI
JCDI:ADS921103:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1257, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1955, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 30‑10‑2014
- Wetingang
Art. 3.65 Wet IB 2001
Essentie
Geruisloze inbreng met terugwerkende kracht. Incidenteel fiscaal voordeel
Samenvatting
Ter zake van zijn werkzaamheden in het kader van zijn eenmanszaak heeft belanghebbende in april 2007 een eenmalige bate genoten van $ 1 miljoen. In september 2007 heeft belanghebbende een intentieverklaring opgesteld om met ingang van 1 januari 2007 de onderneming voor rekening en risico van een nog op te richten BV te drijven. In maart 2008 is de BV opgericht en is belanghebbendes onderneming daarin ingebracht. Belanghebbende heeft verzocht deze inbreng per 1 januari 2007 geruisloos te laten plaatsvinden. De Inspecteur heeft dit verzoek afgewezen omdat de terugwerkende kracht tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.