NJ 1958/31
Bewijslast van het niet gebruiken van een merk. Gebruik van eens anders naam als merk.
HR 29-11-1957, ECLI:NL:HR:1957:21
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 november 1957
- Magistraten
Mrs. Donner, Smits, Boltjes, Hülsmann en Petit
- Zaaknummer
[29111957/NJ_1958-31]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS137089:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1957:21, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑11‑1957
- Wetingang
(Merkenwet 1893 art. 3; BW art. 1401.)
Essentie
Bewijslast van het niet gebruiken van een merk. Gebruik van eens anders naam als merk.
Samenvatting
Onjuist is de stelling, dat degeen, die handhaving vraagt van zijn recht op een merk, mede zal moeten stellen en bij tegenspraak op dit punt bewijzen, dat hij het merk gedurende de laatste drie jaren gebruikt heeft. De Merkenwet maakt geen uitzondering op den regel, dat wie zich op een recht beroept volstaan kan met te stellen en te bewijzen dat hij dat recht heeft verkregen, terwijl hij die meent dat een eenmaal verkregen recht is te niet gegaan zich op dit feit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.