Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 99 [Inbeslagneming in woning]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2000
- Bronpublicatie:
27-05-1999, Stb. 1999, 243 (uitgifte: 22-06-1999, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23251 Overheid.nl: 23251)
- Inwerkingtreding
01-02-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-01-2000, Stb. 2000, 32 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
Tenzij het belang van het onderzoek dit vordert, wordt tot inbeslagneming in eene woning niet overgegaan dan nadat de bewoner of, indien hij afwezig is, een zijner aanwezige huisgenoten is gehoord en vruchteloos uitgenodigd het voorwerp vrijwillig af te geven ter inbeslagneming.
2.
Voorzoover het belang van het onderzoek zich daartegen niet verzet, stelt de opsporende ambtenaar den bewoner of, indien deze afwezig is, een zijner aanwezige huisgenooten in de gelegenheid, zich omtrent de ter plaatse inbeslaggenomen voorwerpen te verklaren. Hetzelfde geldt ten aanzien van den verdachte, indien deze tegenwoordig is.