Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 65/2004 tot vaststelling van een systeem voor de ontwikkeling en toekenning van eenduidige identificatienummers voor genetisch gemodificeerde organismen
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2004
- Bronpublicatie:
14-01-2004, PbEU 2004, L 10 (uitgifte: 16-01-2004, regelingnummer: 65/2004)
- Inwerkingtreding
16-01-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-01-2004, PbEU 2004, L 10 (uitgifte: 16-01-2004, regelingnummer: 65/2004)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
1.
Wanneer, voordat deze verordening in werking treedt, toestemming wordt verleend voor het in de handel brengen van een GGO waarvoor echter geen eenduidig identificatienummer overeenkomstig de in de bijlage opgenomen formaten is ontwikkeld, zijn de leden 2, 3, 4 en 5 van toepassing.
2.
Iedere houder van een toestemming of waar passend de bevoegde instantie die het definitieve besluit met betrekking tot de oorspronkelijke aanvraag heeft genomen, ontwikkelt een eenduidig identificatienummer voor het GGO in kwestie overeenkomstig de in de bijlage opgenomen formaten.
3.
Houders van een dergelijke toestemming delen binnen 90 dagen na het in werking treden van deze verordening de bijzonderheden van het eenduidige identificatienummer schriftelijk mede aan de bevoegde autoriteit die de toestemming heeft verleend, die deze gegevens onmiddellijk aan de Commissie doorgeeft.
4.
Het eenduidige identificatienummer voor ieder GGO in kwestie wordt in de relevante registers van de Commissie opgenomen.
5.
De Commissie, namens de Gemeenschap, of in voorkomend geval de bevoegde instantie die het definitieve besluit over de originele aanvraag heeft genomen, ziet erop toe dat het eenduidige identificatienummer voor dat GGO zo spoedig mogelijk schriftelijk aan het Biosafety Clearing House wordt medegedeeld.