Einde inhoudsopgave
Omgevingsbesluit
Artikel 13.17 (coördinatie uitvoering en handhaving)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Het bevoegd gezag draagt zorg voor de coördinatie van het onderling afgestemd verrichten van de werkzaamheden, bedoeld in artikel 13.16, waartoe in ieder geval behoren:
- a.
het houden van toezicht op de naleving van de artikelen 4.5, 4.6, 4.10 tot en met 4.20, 4.22, 4.24 en 4.26 tot en met 4.28 van het Besluit activiteiten leefomgeving;
- b.
het vaststellen van een toezichtplan, bedoeld in artikel 13.20, eerste lid;
- c.
het uitwerken van een toezichtplan in toezichtprogramma’s, bedoeld in artikel 13.21, eerste lid;
- d.
het overleg over toezicht, toezichtrapporten, bestuurlijke handhaving en andere vervolgacties;
- e.
het verzamelen en evalueren van voortgangsgegevens, realisatiegegevens en kwaliteitsgegevens over toezicht en vervolgacties; en
- f.
het signaleren van geconstateerde overtredingen die ernstig van aard zijn en het organiseren en treffen van verbetermaatregelen.
2.
Het bevoegd gezag, de toezichthouder, bedoeld in artikel 1, derde lid, onder d, van de Arbeidsomstandighedenwet, en het bestuur van de veiligheidsregio:
- a.
verstrekken elkaar onverwijld langs elektronische weg de gegevens en bescheiden waarover zij beschikken, voor zover die gegevens en bescheiden noodzakelijk zijn voor het goed verrichten van de werkzaamheden, bedoeld in artikel 13.16; en
- b.
stemmen het verrichten van de werkzaamheden, bedoeld onder a, onderling af.
3.
Tot de gegevens en bescheiden, bedoeld in het tweede lid, onder a, behoren in ieder geval:
- a.
de gegevens en bescheiden, bedoeld in de artikelen 4.5, eerste lid, en 4.6, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, die moeten worden verstrekt als paragraaf 4.2 van dat besluit van toepassing is geworden op een Seveso-inrichting of bij een wijziging als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, van dat besluit;
- b.
de voor een Seveso-inrichting verleende omgevingsvergunningen, de aanvragen om omgevingsvergunningen voor een Seveso-inrichting en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden;
- c.
besluiten tot aanwijzing als inrichting als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Seveso-richtlijn in de omgevingsvergunning op grond van artikel 8.38 van het Besluit kwaliteit leefomgeving of door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
- d.
een opgesteld of bijgewerkt veiligheidsrapport of deel daarvan;
- e.
de conclusies van het onderzoek van het veiligheidsrapport, bedoeld in artikel 13.19, eerste lid;
- f.
de toezichtrapporten, bedoeld in artikel 13.23, eerste lid;
- g.
handhavingsacties en beschikkingen tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie aan degene die een Seveso-inrichting exploiteert;
- h.
het rapport inzake de bedrijfsbrandweer, bedoeld in artikel 7.2, eerste lid, van het Besluit veiligheidsregio’s, en het besluit tot het aanwijzen van een locatie als bedrijfsbrandweerplichtig, bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s; en
- i.
de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving die worden verstrekt als een zwaar ongeval heeft plaatsgevonden.