NJ 1927, p. 763
Crediethypotheek. Cessie.
HR 14-04-1927, ECLI:NL:HR:1927:168, m.nt. Prof. E.M. Meijers (Bodengravensche Bankvereeniging/Kiebert)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 april 1927
- Magistraten
Mrs. Bosch, Jhr. Feith, Visser, van den Dries, van Gelein Vitringa.
- Zaaknummer
[14041927/NJ_1927,_p._763]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Noot
Prof. E.M. Meijers
- Roepnaam
Bodengravensche Bankvereeniging/Kiebert
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS101367:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1927:168, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑04‑1927
- Wetingang
(BW art. 1569-1576, 1857-1887.)
Essentie
Crediethypotheek. Cessie.
Samenvatting
Partij(en)
De N. V. Bodengravensche Bankvereeniging, gevestigd te Bodengraven, eischeres tot cassatie van een vonnis der Arr.-Rechtbank te ‘s-Gravenhage, den 1sten Juni 1926 tusschen partijen gewezen, advocaat Mr. R. V. Bakker, (Gepleit door Mr. J. van Kuyk),
tegen:
C. J. Kiebert, wonende te Sassenheim, verweerder in cassatie, advocaat Mr. H. F. A. Donders.
Uitspraak
[ p. 763 ►]
Conclusie van den Procureur-Generaal Mr. Noyon.
De erflater van den verweerder in cassatie is tegenover de Bodengravensche bank tot een zeker bedrag borg geworden voor de richtige betaling van hetgeen de bank van A. C. Romijn ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.