JONDR 2020/12
A-G: vorderingen op v.o.f. enerzijds en op vennoten anderzijds gelden ook procedureel als afzonderlijke vorderingsrechten
HR (A-G) 22-11-2019, ECLI:NL:PHR:2019:1331
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
22 november 2019
- Zaaknummer
18/05370
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:485, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1331, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2018
- Wetingang
Art. 136 Rv
Essentie
De A-G concludeert dat de vorderingen op een v.o.f. enerzijds en op vennoten anderzijds, ook procedureel gelden als afzonderlijke vorderingsrechten.
Samenvatting
Eiser heeft zaken gedaan met twee verschillende v.o.f.’s, waarvan één vennoot in beide v.o.f.’s deelneemt. Met de v.o.f. 1 is een koopovereenkomst gesloten en met v.o.f. 2 een onderhoudsovereenkomst. V.o.f. 2 dagvaardt Eiser wegens onbetaald gelaten facturen. Eiser stelt op zijn beurt een garantieclaim op v.o.f. 1 te hebben uit hoofde van de koopovereenkomst en stelt een vordering in reconventie in. In deze procedure komt aan de orde dat wanneer een vennootschap onder firma in rechte als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.