NJ 2017/52
Verjaringstermijn belaging.
HR 01-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2457, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 november 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, M.J. Borgers
- Zaaknummer
14/06090
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
P.A.M. Mevis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124292:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2457, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1044, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑01‑2016
- Wetingang
Art. 72 lid 2, 285b Sr
Essentie
Het hof heeft bewezenverklaard dat de verdachte zich in de periode van 1 mei 2003 tot 1 oktober 2005 schuldig heeft gemaakt aan belaging. Gelet op de aard van het delict en op de omstandigheid dat het hof het bewezenverklaarde heeft gekwalificeerd als één misdrijf, is — gelet op art. 72 lid 2 Sr, zoals dit luidt sedert de inwerkingtreding op 7 juli 2006 van de Wet van 5 juli 2006, Stb. 2006, 310 — geen sprake van verjaring.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.