Einde inhoudsopgave
Akte van Genève bij de Overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende de internationale inschrijving van tekeningen of modellen van nijverheid
Artikel 30 Door de Verdragsluitende Partijen gedane verklaringen
Geldend
Geldend vanaf 23-12-2003
- Bronpublicatie:
02-07-1999, Trb. 2008, 55 (uitgifte: 02-04-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-12-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-04-2008, Trb. 2008, 55 (uitgifte: 02-04-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Bijzondere onderwerpen
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
1. [Tijdstip waarop de verklaringen kunnen worden gedaan]
Elke verklaring ingevolge artikel 4, eerste lid, onder b, artikel 5, tweede lid, onder a, artikel 7, tweede lid, artikel 11, eerste lid, artikel 13, eerste lid, artikel 14, derde lid, artikel 16, tweede lid, of artikel 17, derde lid, onder c, kan worden gedaan:
- i.
op het tijdstip van de nederlegging van een in artikel 27, tweede lid, bedoelde akte, in welk geval de verklaring van kracht wordt op de datum waarop de Staat of intergouvernementele organisatie die de verklaring heeft gedaan, gebonden wordt door deze Akte, of
- ii.
na de nederlegging van een in artikel 27, tweede lid, bedoelde akte, in welk geval de verklaring van kracht wordt drie maanden na de datum van ontvangst hiervan door de Directeur-Generaal of op een daarin aangegeven latere datum, maar slechts van toepassing is op internationale inschrijvingen waarvan de datum identiek is aan of later valt dan de datum waarop de verklaring van kracht is geworden.
2. [Verklaringen van Staten die een gemeenschappelijk bureau hebben]
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt elke in dat lid bedoelde verklaring die is gedaan door een Staat die tegelijkertijd met een of meerdere andere Staten aan de Directeur-Generaal krachtens artikel 19, eerste lid, kennisgeving heeft gedaan van de vervanging van hun nationale bureaus door een gemeenschappelijk bureau, slechts van kracht indien die andere Staat of die andere Staten een overeenkomstige verklaring doet respectievelijk doen.
3. [Intrekking van verklaringen]
Elke in het eerste lid bedoelde verklaring kan te allen tijde worden ingetrokken door middel van een aan de Directeur-Generaal gerichte kennisgeving. Een dergelijke intrekking wordt van kracht drie maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de Directeur-Generaal of op een in de kennisgeving aangegeven latere datum. In het geval van een verklaring ingevolge artikel 7, tweede lid, heeft de intrekking geen gevolgen voor internationale aanvragen die zijn ingediend voorafgaand aan het van kracht worden van de genoemde intrekking.