RvdW 2011/747
Familierecht. Geschil voormalig echtelieden aangaande de gezamenlijke gezagsuitoefening. Beslissing bij welke ouder het kind hoofdverblijf heeft. Art. 81 RO.
HR 10-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP8825
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juni 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven
- Zaaknummer
10/04448
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BP8825
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP8825, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP8825, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑03‑2011
Essentie
Familierecht. Geschil voormalig echtelieden aangaande de gezamenlijke gezagsuitoefening. Beslissing bij welke ouder het kind hoofdverblijf heeft. Art. 81 RO.
Partij(en)
[De moeder], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, advocaat: mr. P. Garretsen,
tegen
[De vader], te [woonplaats], verweerder in cassatie, advocaat: mr. U.W.G. Thöle.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Langemeijer:
1.
Deze familiezaak leent zich voor een verkorte conclusie. Partijen (hierna: de moeder, respectievelijk: de vader) zijn met elkaar gehuwd geweest. Uit het huwelijk is op [geboortedatum] 1994 een zoon geboren, genaamd [de zoon]. Het huwelijk is ontbonden op 24 februari 2009. De ouders oefenen gezamenlijk het ouderlijk gezag uit. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.