NJB 2018/2315
Artikel 8 EVRM en jongvolwassen meerderjarige kinderen. Hoewel uit EHRM rechtspraak geen maximumleeftijd volgt tot wanneer een meerderjarige vreemdeling moet worden aangemerkt als jongvolwassen, is de door de staatssecretaris gehanteerde leeftijdsgrens van ongeveer 25 jaar oud – gelet op deze rechtspraak – niet onredelijk
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
16 november 2018
- Magistraten
Mrs. Verheij, Bijloos en Hent
- Zaaknummer
201800103/1/V1
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Verblijf
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:3761, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 16‑11‑2018
- Wetingang
(art. 8 EVRM)
Essentie
Artikel 8 EVRM en jongvolwassen meerderjarige kinderen. Hoewel uit EHRM rechtspraak geen maximumleeftijd volgt tot wanneer een meerderjarige vreemdeling moet worden aangemerkt als jongvolwassen, is de door de staatssecretaris gehanteerde leeftijdsgrens van ongeveer 25 jaar oud – gelet op deze rechtspraak – niet onredelijk
Partij(en)
Uitspraak op het hoger beroep van: de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 4 december 2017, gerectificeerd op 12 januari 2018, in zaak nr. 17/13922 in het geding tussen: [de vreemdeling] en de staatssecretaris.
Uitspraak
Procesverloop
Bij besluit van 11 november 2016 heeft ...