Rb. 's-Gravenhage, 12-12-2006, nr. KG 06/1297
ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ4582
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum
12-12-2006
- Zaaknummer
KG 06/1297
- LJN
AZ4582
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ4582, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 12‑12‑2006; (Kort geding)
Uitspraak 12‑12‑2006
Inhoudsindicatie
Openbare aanbesteding van het werk ´Inrichtingsmaatregelen Middengebied Peelvenen´. Aanbestedingsreglement Werken 2005 (ARW 2005) van toepassing verklaard. Als gunningscriterium geldt de economisch meest voordelige aanbieding gelet op de laagste prijs en de uit de inschrijvingsstaat te herleiden verrekenprijzen. Eiseres is als laagste inschrijver geëindigd. Zij heeft echter verzuimd een algemeen tijdschema aan te leveren en daarmee niet aan de voorschriften van de inschrijving voldaan. Met gedaagde is de voorzieningenrechter van oordeel dat de inschrijving van eiseres daarom als ongeldig moet worden aangemerkt. De inschrijving is door gedaagde terecht terzijde gelegd. De inschrijving moet mitsdien geacht worden niet te zijn gedaan, zodat zij geen deel uitmaakt van het aanbestedingsproces. Eiseres heeft hierdoor geen belang bij haar vorderingen en wordt niet-ontvankelijk in haar vorderingen verklaard.
Partij(en)
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 12 december 2006,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 06/1297 van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ploegam B.V.,
gevestigd te Vinkel (gemeente Maasdonk),
eiseres,
procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt,
advocaten mr. L.H. Muller en mr. F.A. van den Assem te Nijmegen,
tegen:
de Staat der Nederlanden (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Dienst Landelijk Gebied, Landinrichtingscommissie Peelvenen),
zetelende te 's-Gravenhage,
gedaagde,
procureur mr. H.M. Stergiou.
1. Het procesverloop
Eiseres heeft de Staat bij exploot van 25 september 2006 doen dagvaarden om op 24 oktober 2006 te verschijnen ter terechtzitting van de voorzieningenrechter van de rechtbank Roermond.
Nadat partijen daarover overeenstemming hadden bereikt, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Roermond bij vonnis van 24 oktober 2006 (zaaknummer 75817 / KG ZA 06-186) de zaak in de stand waarin zij zich bevond ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage. Voorts is bevolen dat de door de voorzieningenrechter van deze rechtbank te bepalen nieuwe zittingsdatum door eiseres bij exploot aan gedaagde wordt aangezegd onder betekening van dit vonnis tot verwijzing. Iedere verdere beslissing is aangehouden.
Eiseres heeft gedaagde bij exploot van 31 oktober 2006 doen oproepen om op 5 december 2006 te verschijnen ter terechtzitting van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage. De zaak is op deze datum behandeld ten overstaan van de voorzieningenrechter van deze rechtbank. Vonnis is bepaald op heden.
2. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 5 december 2006 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
Bij aankondiging van 11 juli 2006 heeft gedaagde een openbare aanbesteding uitgeschreven van het werk "Inrichtingsmaatregelen Middengebied Peelvenen" (bestek NR.2006-RMD-227-16). Het werk betreft onderhouds- en constructiewerkzaamheden in dit gebied.
2.2.
In de aankondiging is het Aanbestedingsreglement Werken 2005 (ARW 2005) van toepassing verklaard. Als gunningscriterium geldt de economisch meest voordelige aanbieding gelet op de laagste prijs en de uit de inschrijvingsstaat te herleiden verrekenprijzen.
2.3.
In de aankondiging is onder VI.3 het volgende voorgeschreven:
- "VI.3)
NADERE INLICHTINGEN:
(...)
- 0.08.
TIJDSBESTEDING
(...)
Bij de aanbieding dient dienen de volgende informatie meegeleverd te worden.
Een algemeen tijdschema, overeenkomstig par.26 van de U.A.V. 1989, voor het gehele bestek (n.a.v. sub T. en/of P. van de opsomming onder "Eventueel vereiste minimumeisen") met vermelding van:
- 1.
de tijdstippen en wijze van uitvoering met vermelding van de productie van de hoofdonderdelen van het werk;
- 2.
de volgorde van de werkzaamheden;
- 3.
de personele bezetting van zijn onderneming en het personeel in te zetten op dit werk;
- 4.
een opgave van het materieel, met vermelding van de capaciteit van de installaties en werktuigen, waarover zijn onderneming of het concern waartoe zijn onderneming behoort, voor de uitvoering van de hoofdonderdelen van het werk kan beschikken, alsmede, indien het materieel van derden wordt betrokken, de vermelding van de eigenaar;
- 5.
de onderdelen van het werk, welke door elk van de partners in een combinatie dan wel door (een) onderaannemer(s) worden uitgevoerd; (mede n.a.v. par.6 lid 26 van de U.A.V. 1989)."
2.4.
Eiseres en vier andere bedrijven, waaronder Van de Wetering Cultuurtechniek B.V. (hierna: Van de Wetering), hebben ingeschreven op de aanbesteding.
2.5.
Blijkens het proces-verbaal van aanbesteding van 4 september 2006 is eiseres met een inschrijvingssom van € 531.000,-- als laagste inschrijver geëindigd, gevolgd door Van de Wetering. Het proces-verbaal vermeldt verder onder meer:
"Opmerking: de laagste inschrijver, Ploegam bv te Vinkel, heeft verzuimd de stukken, genoemd onder 0.08 TIJDSBESTEDING punt 1 en 2 van de aanbestedingsadvertentie, bij zijn inschrijving in te dienen. Hiermee is de inschrijving incompleet."
2.6.
Bij brief van 11 september 2006 heeft gedaagde aan eiseres bericht dat hij voornemens is om de opdracht te gunnen aan Van de Wetering.
3. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer
Eiseres vordert - zakelijk weergegeven - gedaagde op straffe van een dwangsom te gebieden het voornemen tot gunning van 11 september 2006 te schorsen en de openbare aanbestedingsprocedure onmiddellijk te staken, althans gestaakt te houden. Daarnaast vordert eiseres gedaagde te gebieden de inschrijving van eiseres aan te merken als een geldige inschrijving. Voorts vordert zij gedaagde te verbieden om het werk te gunnen aan een ander dan aan eiseres.
Daartoe voert eiseres het volgende aan.
Het ontbreken van het algemeen tijdschema leidt niet tot ongeldigheid van de inschrijving van eiseres. Het algemeen tijdschema is niet aangemerkt als gunningscriterium en houdt ook geen verband met enig geformuleerde geschiktheidseis. In de aankondiging is niet uitdrukkelijk bepaald dat, als het algemeen tijdschema geheel of gedeeltelijk niet wordt overgelegd bij de aanbieding, dit leidt tot een ongeldige inschrijving, terwijl dit voor andere onderdelen wel het geval is. De aankondiging is op het punt van het algemeen tijdschema voor meerdere uitleg vatbaar en gedaagde heeft aldus onzorgvuldig gehandeld. Een onduidelijkheid in de redactie van de aankondiging mag niet ten nadele van eiseres komen. Gedaagde had eiseres in de gelegenheid moeten stellen om alsnog (de ontbrekende onderdelen van) het algemene tijdschema over te leggen. De belangen van andere inschrijvers worden daardoor niet geschaad, omdat de ontbrekende onderdelen van het tijdschema niet van invloed kunnen zijn op de gunningsbeslissing. Voorts brengt het beginsel van doelmatigheid en doeltreffendheid van aanbestedingsprocedures ook met zich dat er ruimte is om bepaalde gebreken in een inschrijving te herstellen.
Gedaagde voert gemotiveerd verweer dat hierna, voorzover nodig, zal worden besproken.
4. De beoordeling van het geschil
4.1.
Gedaagde heeft allereerst geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van eiseres in haar vorderingen. Volgens gedaagde is de aanbieding van eiseres ongeldig, omdat zij - anders dan het bestek onder VI.3 sub 0.08 voorschrijft - heeft verzuimd een algemeen tijdschema aan te leveren. Overwogen wordt als volgt.
4.2.
De aankondiging verplicht inschrijvers om bij hun inschrijving een algemeen tijdschema over te leggen. Vaststaat dat bij de inschrijving van eiseres een algemeen tijdschema ontbrak ten aanzien van de onderdelen 1 en 2 van de hiervoor onder 2.3 aangehaalde bepalingen van het bestek. Deze onderdelen hebben betrekking op de tijdstippen en wijze van uitvoering van het werk en de volgorde van de werkzaamheden. Het biedt de aanbestedende dienst de mogelijkheid om de geschiktheid van inschrijvers te beoordelen, in die zin dat zij op basis van de verlangde informatie kan toetsen of en op welke wijze inschrijvers het werk realiter binnen het gewenste tijdsbestek zouden kunnen verrichten. Anders dan eiseres heeft betoogd, is de voorzieningenrechter daarom van oordeel dat het gebrek bij de inschrijving niet van een geringe aard is en zich niet leent voor een herstel in de door eiseres bepleite zin. Voormelde bepalingen van het bestek zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter voorts ondubbelzinnig en voldoende duidelijk: deze verlangen dat het algemeen tijdschema op alle vermelde onderdelen moet worden overgelegd, zonder dat daarbij een uitzondering is geformuleerd. Uit de aankondiging voor de onderhavige aanbesteding volgt verder onmiskenbaar dat het stuk "bij de aanbieding" - en derhalve uiterlijk op 30 augustus 2006 om 11.00 uur - moest zijn ingediend. Dat eiseres dat heeft nagelaten, dient voor haar rekening te blijven. Daaraan doet niet af dat de (naar gedaagde heeft toegelicht: abusievelijk opgenomen) passage "(n.a.v. sub T. en/of P. van de opsomming onder "Eventueel vereiste minimumeisen")" zonder kennelijke betekenis was en bij eiseres - naar zij stelt - voor verwarring heeft gezorgd. Eiseres is in de gelegenheid geweest om hierover bij gedaagde inlichtingen in te winnen, hetgeen zij heeft nagelaten. Daarvoor zou te meer aanleiding geweest zijn indien de gewraakte passage inderdaad tot verwarring had geleid. Overigens is op dit punt niet gebleken van vragen van andere inschrijvers aan gedaagde.
4.3.
Uit het voorgaande volgt dat de inschrijving van eiseres reeds vanwege het ontbreken van het algemeen tijdschema niet aan de voorschriften van de inschrijving voldoet. Met gedaagde is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat de inschrijving van eiseres als ongeldig moet worden aangemerkt. Gedaagde heeft de inschrijving van eiseres daarom terecht terzijde gelegd. Deze inschrijving moet mitsdien geacht worden niet te zijn gedaan, zodat zij geen deel uitmaakt van het aanbestedingsproces. Eiseres heeft hierdoor geen belang bij haar vorderingen. De overige stellingen en weren van partijen kunnen derhalve onbesproken blijven.
4.4.
Eiseres zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vorderingen. Zij zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding. Eiseres zal tevens worden veroordeeld in de kosten van het bevoegdheidsincident. In de omstandigheid dat de procedure in het bevoegdheidsincident zeer beperkt is gebleven, wordt evenwel voldoende aanleiding gevonden om de proceskosten daarvan op nihil te stellen.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
verklaart eiseres niet-ontvankelijk in haar vorderingen;
veroordeelt eiseres in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van gedaagde begroot op € 1.064,--, waarvan € 816,-- aan salaris procureur en € 248,-- aan griffierecht;
veroordeelt eiseres in de kosten van het bevoegdheidsincident, tot dusverre aan de zijde van gedaagde begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting van 12 december 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
mlh