Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 8
Artikel 490 [Opslag bij niet-ontvangst, beslag enz.]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
02-12-1991, Stb. 1991, 664 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21658 Overheid.nl: 21658)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-1991, Stb. 1991, 664 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21658Overheid.nl: 21658)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Voor zover hij die jegens de vervoerder recht heeft op aflevering van vervoerde zaken niet opkomt, weigert deze te ontvangen of deze niet met de vereiste spoed in ontvangst neemt, voor zover op zaken beslag is gelegd, alsmede indien de vervoerder gegronde redenen heeft aan te nemen, dat een houder van een cognossement die als ontvanger opkomt, desalniettemin niet tot de aflevering gerechtigd is, is de vervoerder gerechtigd deze zaken voor rekening en gevaar van de rechthebbende bij een derde op te slaan in een daarvoor geschikte bewaarplaats of lichter. Op zijn verzoek kan de rechter bepalen dat hij deze zaken, desgewenst ook in het schip, onder zichzelf kan houden of andere maatregelen daarvoor kan treffen.
2.
De derde-bewaarnemer en de ontvanger zijn jegens elkaar verbonden, als ware de omtrent de bewaring gesloten overeenkomst mede tussen hen aangegaan. De bewaarnemer is echter niet gerechtigd tot afgifte dan na schriftelijke toestemming daartoe van hem, die de zaken in bewaring gaf.