NJ 1914, p. 622
Actie van den bij testament bevoordeelden derde.
HR 27-03-1914, ECLI:NL:HR:1914:93
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 maart 1914
- Magistraten
Jhr. Mr. S. Laman Trip. Raden: Mrs. S. Gratama; A. J. L. Nypels; B. C. J. Loder; J. A. A. Bosch.
- Zaaknummer
[27031914/NJ_1914,_p._622]
- Conclusie
Mr. T. J. Noyon
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS147124:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1914:93, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑03‑1914
- Wetingang
(BW art. 1014, 1051.)
Essentie
Actie van den bij testament bevoordeelden derde.
Samenvatting
De bij testament bevoordeelde derde heeft het recht om dengene, aan wien bij door hem aanvaarde testamentaire beschikking de verplichting tot uitkeering is opgelegd, tot nakoming daarvan te dwingen.
Immers, waar het recht van den derden bevoordeelde door de wet wordt erkend (artt. 1014 en 1048 B. W.), en de wetgever uitgaat van het denkbeeld, dat de bij uitersten wil gemaakte beschikkingen zooveel mogelijk gevolg moeten hebben (art. 934 B. W.), zou er, om het tegendeel aan te nemen, een uitdrukkelijk wetsvoorschrift moeten zijn aan te wijzen, waarbij aan dien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.