Einde inhoudsopgave
Verordening op de advocatuur
Artikel 5.10 Toegestane organisaties met ideële doelstelling
Geldend
Geldend van 01-01-2021 tot 01-01-2026
- Bronpublicatie:
03-12-2020, Stcrt. 2020, 64807 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-2020, Stcrt. 2020, 64807 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
1.
Een organisatie met een ideële doelstelling als bedoeld in artikel 5.9, onderdeel f:
- a.
beperkt haar activiteiten feitelijk en statutair tot het zonder winstoogmerk nastreven van een ideëel doel dat maatschappelijk van wezenlijke betekenis is en dat naar zijn aard parallel loopt met het gezamenlijke belang van haar leden of op vergelijkbare wijze bij de organisatie aangeslotenen;
- b.
heeft de verlening van de rechtsbijstand ondergebracht in een organisatorische eenheid die voldoende onafhankelijk functioneert van de overige onderdelen van de organisatie;
- c.
heeft een zodanige financieel-economische stabiliteit dat een behoorlijke praktijkuitoefening door de advocaat in dienst bij die organisatie is gewaarborgd.
2.
De uitoefening van de praktijk in dienst van een organisatie met een ideële doelstelling als bedoeld in artikel 5.9, onderdeel f, is bovendien slechts toegestaan wanneer zij geschiedt ten behoeve van die werkgever of diens leden als zodanig, in het laatste geval echter uitsluitend zolang de door de advocaat verleende rechtsbijstand zich beperkt tot:
- a.
de behartiging van de belangen van de leden welke kunnen worden geacht te vallen binnen het kader van die ideële doelstelling zonder dat zij strijdig kunnen zijn met de belangen van andere leden; en
- b.
de behandeling van zaken waarvan naar hun aard aannemelijk is dat de wederpartij zich niet voor rechtsbijstand tot die werkgever kan wenden.