Einde inhoudsopgave
Gemeentewet
Artikel 114 [Oordeel over hogere regelingen]
Geldend
Geldend vanaf 12-03-2003
- Bronpublicatie:
16-01-2003, Stb. 2003, 17 (uitgifte: 17-01-2003, kamerstukken: 28384)
- Inwerkingtreding
12-03-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-01-2003, Stb. 2003, 18 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Onze Minister wie het aangaat, onderscheidenlijk het provinciebestuur, stelt de betrokken colleges of een instantie die voor deze representatief kan worden geacht, zo nodig binnen een te stellen termijn, in de gelegenheid hun oordeel te geven omtrent voorstellen van wet, ontwerpen van algemene maatregel van bestuur, ontwerpen van ministeriële regeling, of ontwerpen van provinciale verordening waarbij:
- a.
van de gemeentebesturen regeling of bestuur wordt gevorderd, of
- b.
in betekenende mate wijziging wordt gebracht in de taken en bevoegdheden van de gemeentebesturen.
2.
Voorstellen als bedoeld in het eerste lid bevatten in de bijbehorende toelichting een weergave van de gevolgen voor de inrichting en werking van de gemeenten en een weergave van het in het eerste lid bedoelde oordeel van de betrokken colleges of representatieve instantie.
3.
Onze Minister wie het aangaat, onderscheidenlijk het provinciebestuur, is niet verplicht vooraf het in het eerste lid bedoelde oordeel in te winnen indien zulks ten gevolge van dringende omstandigheden niet mogelijk is. In dat geval wordt het oordeel zo spoedig mogelijk ingewonnen en openbaar gemaakt.