Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Bronpublicatie:
18-03-2022, Stcrt. 2022, 5649 (uitgifte: 29-03-2022, regelingnummer: 3762874)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-2022, Stcrt. 2022, 5649 (uitgifte: 29-03-2022, regelingnummer: 3762874)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
Eerste lid. Soms zullen op zichzelf duidelijke termen uit een juridisch oogpunt nadere definiëring behoeven, bijvoorbeeld ‘ambtenaar’ en ‘bouwen’.
Tweede lid. In een begripsbepaling onder ‘landbouw’ mede verstaan ‘tuinbouw’ is aanvaardbaar. Onder ‘landbouw’ mede verstaan ‘visserij’ is daarentegen onjuist. Het tweede lid is te beschouwen als een specificering van aanwijzing 3.10 ten aanzien van begripsbepalingen. Zie ook aanwijzing 3.3.
Derde lid. Inhoudelijke normering moet worden onderscheiden van de omschrijving van een gehanteerd begrip en leent zich daarmee niet voor opname in een artikel met begripsbepalingen. Zo dient de beoordeling of een bepaald project voor subsidie in aanmerking komt plaats te vinden op basis van een artikel waarin de inhoudelijke criteria voor die beoordeling staan en niet op basis van de vraag of het project binnen het begrip project valt. Niet alleen verhoogt dit de vindbaarheid van de inhoudelijke normen, ook zal er vaak behoefte bestaan aan een verwijzing naar die normen die bij een separaat, normstellend artikel (met zo nodig een verdeling in aanwijsbare leden of onderdelen) gemakkelijker te realiseren is dan bij een begripsbepaling die geen nummering of lettering kent (zie aanwijzing 3.59).