Rb. Midden-Nederland, 07-02-2020, nr. C/16/496675 / FA RK 20-930
ECLI:NL:RBMNE:2020:540
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
07-02-2020
- Zaaknummer
C/16/496675 / FA RK 20-930
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMNE:2020:540, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 07‑02‑2020; (Eerste aanleg - enkelvoudig, Beschikking)
Uitspraak 07‑02‑2020
Inhoudsindicatie
Machtiging tot voortzetting crisismaatregel. Vooral sprake van somatisch gevaar. Dit gevaar kan met de machtiging in een psychiatrisch ziekenhuis worden afgewend.
Partij(en)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/496675 / FA RK 20-930
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 7 februari 2020 naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1941 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verblijvende in het [verblijfplaats 2] te [plaatsnaam 2] ,
hierna te noemen: de betrokkene,
advocaat: mr. W.J. de Vries-Mulder.
1. Procesverloop
1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 4 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 3 februari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 3 februari 2020;
- de medische verklaring d.d. 3 februari 2020;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvgzz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 7 februari 2020 in het [verblijfplaats 2] te [plaatsnaam 2] .
1.3.
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de betrokkene,
- mr. W.J. de Vries-Mulder,
- mevrouw [A] , psychiater,
- mevrouw [B] , arts-assistent.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van de betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de instelling verstrekt.
2. Beoordeling
2.1.
In de crisismaatregel waarvan de officier van justitie voortzetting vraagt, zijn de volgende vormen van verplichte zorg, als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz, opgenomen:
- a.
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- b.
beperken van de bewegingsvrijheid;
- c.
insluiten;
- d.
uitoefenen van toezicht op de betrokkene;
- e.
opnemen in een accommodatie.
2.2.
De psychiater heeft verklaard dat de betrokkene met een longontsteking op de intensive care is opgenomen. Daarna at en dronk zij niet. Nu heeft de betrokkene opnieuw een longontsteking. In het ziekenhuis kan de betrokkene behandeld worden voor haar lichamelijke en geestelijke klachten. Er is nu vooral een somatisch gevaar. De psychiater heeft bovendien verklaard dat de volgende vormen van verplichte zorg niet meer nodig zijn:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op de betrokkene.
De raadsvrouw van de betrokkene heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. De betrokkene is vanuit het [verblijfplaats 1] in [plaatsnaam 1] naar de huidige plek gekomen. Zij doet wat van haar verlangd wordt en de vraag is of een gedwongen maatregel nodig is om haar in het ziekenhuis te laten verblijven. De betrokkene wil zelf graag naar [naam organisatie] in [plaatsnaam 3] , maar zij is daar nog niet aangemeld.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van de betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name gelegen in levensgevaar. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat bij de voortzetting van de crisismaatregel de volgende vormen van verplichte zorg, te weten,
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. opnemen in een accommodatie;
noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden. Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.5.
Deze vormen van verplichte zorg zijn evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de veiligheid van de betrokkene en de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van de betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen.
2.6.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, die een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.
3. Beslissing
De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1941 te [geboorteplaats] , met voor de duur van de machtiging de volgende vormen van verplichte zorg:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 28 februari 2020.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2020 door mr. V.M.M. van Amstel, rechter, in bijzijn van D.B.T. Koster als griffier en is schriftelijk uitgewerkt op 17 februari 2020. | ||
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.