NJB 2018/1534:Ontnemingsprocedure en verzoek tot schriftelijke voorbereiding, art. 511g lid 2 aanhef en onder b Sv: op zo’n verzoek dient overeenkomstig art. 329 en 330 Sv (via art. 511g lid 2 Sv en art. 415 lid 1 Sv ook in hoger beroep toepassing) ter terechtzitting te worden beslist, nadat het openbaar ministerie daaromtrent is gehoord. De rechter is niet gehouden een schriftelijke voorbereiding toe te staan, maar kan daartoe beslissen indien dat naar zijn oordeel bijdraagt aan een doelmatig verloop van de ontnemingsprocedure. In dat verband verdient opmerking dat, voor zover het verzoek tot het doen plaatsvinden van een schriftelijke voorbereiding verband houdt met de wens om stukken over te leggen, daarbij van belang kan zijn dat de betrokkene, ook indien geen schriftelijke voorbereiding plaatsvindt, op grond van art. 414, eerste lid, Sv in verbinding met art. 511g, tweede lid, Sv bevoegd is ter gelegenheid van de behandeling van de ontnemingsvordering ter terechtzitting in hoger beroep nieuwe bescheiden over te leggen