NJB 2023/2640:Octrooi. Aansprakelijkheid jegens een nietconcurrent voor handhaving van een octrooi dat later nietig blijkt. AstraZeneca heeft gedurende een periode een farmaceutisch octrooi gehandhaafd, dat achteraf (in een bodemzaak in hoger beroep) nietig is geoordeeld op de grond dat het niet inventief is. Zorgverzekeraar Menzis stelt dat zij daardoor schade heeft geleden. Hoge Raad: 1. Ongerechtvaardigde verrijking. Het hof heeft het beroep op ongerechtvaardigde verrijking niet verworpen louter op de grond dat AstraZeneca niet onrechtmatig heeft gehandeld. De omstandigheden op grond waarvan het hof heeft geoordeeld dat AstraZeneca niet onrechtmatig heeft gehandeld, dragen ook zijn oordeel dat AstraZeneca niet ongerechtvaardigd is verrijkt. Dat oordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en behoefde geen nadere motivering. 2. Onrechtmatig handelen. Het hof heeft niet een te hoge drempel opgeworpen voor het aannemen van verwijtbaarheid. Het kon oordelen dat AstraZeneca in beginsel mocht afgaan op een geldigheidsoordeel van de Nederlandse bodemrechter (in eerste aanleg), mede in het licht van de omstandigheid dat verscheidene rechters in het buitenland toentertijd tot een vergelijkbaar oordeel waren gekomen.