BA 2017/298
Termijn voor indienen van nadere stukken voor zitting; ten onrechte geen hoorzitting in bezwaar, passeren van vormgebrek droeg bij aan definitieve geschilbeslechting
ABRvS 04-10-2017, ECLI:NL:RVS:2017:2660
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
4 oktober 2017
- Zaaknummer
201701694/1/A2
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2017:2660, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 04‑10‑2017
- Wetingang
Art. 6:22, 7:2, 8:42 lid 1 en 8:58 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Essentie
Termijn voor indienen van nadere stukken voor zitting; ten onrechte geen hoorzitting in bezwaar, passeren van vormgebrek droeg bij aan definitieve geschilbeslechting
Uitspraak
Bij de toepassing van art. 8:58 lid 1 Awb moet de laatste dag waarop nog nadere stukken kunnen worden ingediend, worden bepaald op de elfde dag voor de zitting. Nu het verweerschrift van de Belastingdienst op de tiende dag voor de zitting bij de rechtbank is binnengekomen, moet worden beoordeeld of appellante voldoende in de gelegenheid is geweest om adequaat op het stuk te reageren. Appellante heeft [in dit geval] voldoende de gelegenheid gehad om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.