Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit WEB
Artikel 2.2.2 Berekening rijksbijdragedeel entreeopleiding
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2020
- Bronpublicatie:
03-07-2020, Stb. 2020, 267 (uitgifte: 17-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-2020, Stb. 2020, 276 (uitgifte: 22-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onze Minister berekent het rijksbijdragedeel voor de entreeopleiding volgens de formule:
(ISW) / (LSW) × LB
waarbij wordt verstaan onder:
ISW: de op grond van het tweede lid berekende studentenwaarde voor de entreeopleiding van de instelling, afgerond op twee decimalen;
LSW: de landelijke studentenwaarde voor de entreeopleiding, zijnde de som van de studentenwaarden voor de entreeopleiding van de instellingen;
LB: het landelijk beschikbare budget voor de entreeopleiding.
2.
ISW wordt berekend volgens de formule:
∑ [(Sbbl × 0,5 × PF) + (Sbol × PF)] × Cf
waarbij wordt verstaan onder:
Sbbl: elke student die
- a.
op 1 oktober van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar aan de desbetreffende instelling is ingeschreven voor de entreeopleiding in de beroepsbegeleidende leerweg,
- b.
daadwerkelijk die opleiding volgt en
- c.
uiterlijk op 31 december van datzelfde kalenderjaar een overeenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8, tweede lid, van de wet heeft gesloten die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op een kwalificatie of kwalificatiedossier, behorend bij die opleiding;
Sbol: elke student die op 1 oktober van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar aan de desbetreffende instelling is ingeschreven voor de entreeopleiding in de beroepsopleidende leerweg en daadwerkelijk die opleiding volgt;
PF: de op grond van het vijfde lid voor de opleiding waarin de student is ingeschreven geldende prijsfactor;
Cf: de op grond van het vierde lid berekende correctiefactor tweede teldatum voor de entreeopleiding.
3.
Vervallen.
4.
Cf wordt als volgt berekend:
([Sbbl1 × 0,5 + Sbol1]+ [Sbbl2 × 0,5 + Sbol2]) / (2 ×[Sbbl1 × 0,5 + Sbol1])
In deze formule wordt verstaan onder:
Sbbl1: het aantal bbl-studenten dat op 1 oktober van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar aan de desbetreffende instelling is ingeschreven voor de entreeopleiding en daadwerkelijk die opleiding volgt;
Sbol1: het aantal bol-studenten dat op 1 oktober van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar aan de desbetreffende instelling staat ingeschreven voor een entreeopleiding en daadwerkelijk die opleiding volgt;
Sbbl2: het aantal bbl-studenten dat op 1 februari van het kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar aan de desbetreffende instelling is ingeschreven voor de entreeopleiding en daadwerkelijk die opleiding volgt;
Sbol2: het aantal bol-studenten dat op 1 februari van het kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar aan de desbetreffende instelling staat ingeschreven voor een entreeopleiding en daadwerkelijk die opleiding volgt.
5.
PF wordt bij ministeriële regeling vastgesteld voor elke opleiding.
6.
Voor de berekening, bedoeld in dit artikel, tellen de studenten die op de genoemde tijdstippen voor de assistentopleiding, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel a, van de wet zoals dat onderdeel luidde op 31 juli 2014, zijn ingeschreven als ingeschreven studenten voor de entreeopleiding.