Hof Amsterdam, 11-01-2022, nr. 23-002026-20
ECLI:NL:GHAMS:2022:2926
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
11-01-2022
- Zaaknummer
23-002026-20
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2022:2926, Uitspraak, Hof Amsterdam, 11‑01‑2022; (Hoger beroep)
Na prejudiciële beslissing van: ECLI:NL:HR:2020:1372
- Vindplaatsen
Viditax (FutD), 18-10-2022
FutD 2022-2887
V-N 2022/54.28 met annotatie van Redactie
Uitspraak 11‑01‑2022
Inhoudsindicatie
Verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging (bewezenverklaarde niet kwalificeerbaar).
Partij(en)
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002026-20
datum uitspraak: 11 januari 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen -na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 15 september 2020- op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 14 februari 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-845013-15 tegen
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1950,
adres: [adres01] .
Procesgang
De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het eerste alternatief/cumulatief tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met aftrek van voorarrest en onder stelling van een beroepsverbod als bijzondere voorwaarde. Voorts heeft de rechtbank een computer verbeurdverklaard. Ten aanzien van het tweede alternatief/cumulatief tenlastegelegde heeft de rechtbank de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep bij arrest van 1 februari 2019 het vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan en de verdachte ten aanzien van het eerste alternatief/cumulatief veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en aftrek van voorarrest. Het hof heeft de verbeurdverklaring bepaald van een computer en de teruggave gelast van twee ordners. Ten aanzien van het tweede alternatief/cumulatief tenlastegelegde heeft het hof bepaald dat dat feit niet meer aan de orde is.
Namens de verdachte is tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 15 september 2020 het arrest van het gerechtshof Amsterdam vernietigd, en de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teruggewezen teneinde, met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad, deze in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en, na terugwijzing naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 11 januari 2022.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 17 februari 2015 te Utrecht en/of elders in Nederland, alleen, althans tezamen en in vereniging met één of meer natuurlijke perso(o)n(en),
(telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een groot aantal, althans één of meerdere aangifte(n) inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen, over het/de jaar/jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 ten name van (een) ander(en), (waaronder):
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [naam01] (DOC-003, DOC-004 en DOC-005) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [naam02] (DOC-020, DOC-023, DOC-024 en DOC-025) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 ten name van [naam03] (DOC-028, DOC-031, DOC-032, DOC-033 en DOC-034) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [naam04] (DOC-013, DOC-014, DOC-015 en DOC-016) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 ten name van [naam05] (DOC-072, DOC-073, DOC-074, DOC-075 en DOC-076) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 ten name van [naam06] (DOC-055, DOC-056, DOC-057, DOC-058 en DOC-071) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [naam07] (DOC-107, DOC-108, DOC-109 en DOC-110) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [naam08] (DOC-145, DOC-146, DOC-151 en DOC-152) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [naam09] (DOC-046, DOC-050, DOC-051, DOC-052 en/of DOC-054),
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn medeverdachte(n (telkens) opzettelijk op de/het bij de inspecteur(s) der belastingen en/of de Belastingdienst ingediende (elektronische) aangifte(n) en/of ingeleverde aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting ten name van genoemde perso(o)n(en) over genoemde periode(n) (telkens) een onjuist (belastbaar) loon en/of (belastbaar) inkomen en/of een te hoog althans gefingeerd bedrag aan uitgaven voor specifieke zorgkosten, althans persoonsgebonden aftrek en/of onjuiste (andere) aftrekpost(en) opgegeven, terwijl dat/die feit(en) (telkens) er toe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven;
en/of
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 17 februari 2015 te Utrecht en/of elders in Nederland, alleen, althans tezamen en in vereniging met één of meer natuurlijke perso(o)n(en), (telkens) opzettelijk een groot aantal, althans één of meerdere, (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het/de jaar/jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 (waaronder):
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [naam01] (DOC-003, DOC-004 en DOC-005) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [naam02] (DOC-020, DOC-023, DOC-024 en DOC-025) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 ten name van [naam03] (DOC-028, DOC-031, DOC-032, DOC-033 en DOC-034) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [naam04] (DOC-013, DOC-014, DOC-015 en DOC-016) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 ten name van [naam05] (DOC-072, DOC-073, DOC-074, DOC-075 en DOC-076) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 ten name van [naam06] (DOC-055, DOC-056, DOC-057, DOC-058 en DOC-071) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten namevan [naam07] (DOC-107, DOC-108, DOC-109 en DOC-110) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [naam08] (DOC-145, DOC-146, DOC-151 en DOC-152) en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [naam09] (DOC-046, DOC-050, DOC-051, DOC-052 en/of DOC-054),
(elk) zijnde (een) geschrift(en), dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, immers heeft/hebben verdachte en/of één of meer van zijn medeverdachte(n) (telkens) valselijk op dat/die (elektronische) aangiftebiljet(ten) (een) te ho(o)g(e), althans gefingeerd(e,) bedrag(en) opgegeven en/of vermeld voor de uitgaven voor specifieke zorgkosten, althans persoonsgebonden aftrek, en/of een of meerdere (andere) aftrekpost(en) onjuist ingevuld, zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.
Omvang van het hoger beroep en ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het tweede cumulatief/alternatief tenlastegelegde in hoger beroep opnieuw aan de orde is.
De raadsman heeft aangevoerd dat het hoger beroep van de verdachte uitdrukkelijk niet is gericht tegen het tweede cumulatief/alternatief tenlastegelegde. Hij heeft het hof verzocht de verdachte in zoverre niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep op grond van het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat op dit feit de vervolgingsuitsluitingsgrond van artikel 69, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van toepassing is, zodat de officier van justitie in zoverre niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging.
Het hof overweegt als volgt.
De rechtbank Amsterdam heeft de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van het tweede alternatief/cumulatief tenlastegelegde. Tegen het vonnis van de rechtbank is namens de verdachte onbeperkt appel ingesteld. Het tweede cumulatief/alternatief tenlastegelegde is derhalve in hoger beroep, in beginsel, opnieuw aan de orde.
Bij de eerdere behandeling in hoger beroep heeft de advocaat-generaal zich ter terechtzitting van
18 januari 2019 op het standpunt gesteld dat dat feit niet meer aan de orde was of hoefde te zijn. De raadsman heeft ter terechtzitting van 11 januari 2022 te kennen gegeven dat de verdachte ervan uit is gegaan, dat na het arrest van de Hoge Raad, het slechts zou gaan om een klein deel van de zaak (naar het hof begrijpt: het eerste cumulatief/alternatief tenlastegelegde). Het hof is van oordeel dat door de mededeling van de advocaat-generaal tijdens de eerdere behandeling in hoger beroep, bij de verdachte het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat hij ten aanzien van dat feit niet meer vervolgd zou worden. Vervolging ten aanzien van dat feit levert dan ook, naar het oordeel van het hof, een schending van het vertrouwensbeginsel op. Gelet hierop zal het hof het openbaar ministerie ten aanzien van het tweede cumulatief/alternatief tenlastegelegde niet-ontvankelijk verklaren in zijn vervolging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het eerste cumulatief/alternatief tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 17 februari 2015 te Utrecht opzettelijk bij de belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een groot aantal aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen ten name van anderen, waaronder:
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 en 2012 ten name van [naam01] (DOC-003, DOC-004 en DOC-005) en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 en 2012 ten name van [naam10] (DOC-020, DOC-023 en DOC-024) en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2009 en 2010 en 2011 en 2012 ten name van [naam11] (DOC-028, DOC-031, DOC-032 en DOC-033) en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het de jaren 2009 en 2010 en 2011 en 2012 ten name van [naam04] (DOC-013, DOC-014, DOC-015 en DOC-016) en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2009 en 2010 en 2011 en 2012 ten name van [naam05] (DOC-072, DOC-073, DOC-074 en DOC-075) en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2009 en 2010 en 2012 en 2013 ten name van [naam06] (DOC-055, DOC-056, DOC-058 en DOC-071) en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2009 en 2010 en 2012 ten name van [naam07] (DOC-107, DOC-108 en DOC-110) en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 en 2012 ten name van [naam08] (DOC-145, DOC-146 en DOC-151) en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2009 en 2010 en 2011 en 2012 ten name van [naam09] (DOC-046, DOC-050, DOC-051, DOC-052 en DOC-054),
onjuist heeft gedaan, immers heeft verdachte opzettelijk op de bij de Belastingdienst ingediende elektronische aangiften inkomstenbelasting ten name van genoemde personen over genoemde periode een te hoog althans gefingeerd bedrag aan uitgaven voor specifieke zorgkosten, althans persoonsgebonden aftrek en/of onjuiste andere aftrekposten opgegeven, terwijl die feiten er toe strekten dat te weinig belasting werd geheven.
Hetgeen eerste cumulatief/alternatief meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.
Kwalificeerbaarheid van het bewezenverklaarde
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte ten aanzien van het eerste cumulatief/alternatief tenlastegelegde zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging. De raadsman heeft zich daarbij aangesloten.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte – die als belastingadviseur/-consulent opzettelijk onjuist aangiftes inkomstenbelasting heeft gedaan voor de in de bewezenverklaring genoemde belastingplichtige personen – kan niet worden aangemerkt als degene die opzettelijk een bij belastingwet voorziene aangifte onjuist doet, als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Het bewezenverklaarde is derhalve niet kwalificeerbaar. Gelet hierop dient de verdachte te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart het openbaar ministerie ter zake van het tweede cumulatief/alternatief tenlastegelegde
niet-ontvankelijk in de vervolging.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het eerste cumulatief/alternatief tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het eerste cumulatief/alternatief niet kwalificeerbaar, en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.A. Schimmel, mr. P. Greve en mr. A.R.O. Mooy, in tegenwoordigheid van mr. S. Egidi, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 11 januari 2022.
Mr. A.R.O. Mooy is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.