Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/66/EU betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming
Artikel 5 Toelatingscriteria
Geldend
Geldend vanaf 28-05-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 157 (uitgifte: 27-05-2014, regelingnummer: 2014/66/EU)
- Inwerkingtreding
28-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 157 (uitgifte: 27-05-2014, regelingnummer: 2014/66/EU)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Vreemdelingenrecht / Verblijf
1.
Onverminderd artikel 11, lid 1, moet een onderdaan van een derde land die verzoekt om onder de in deze richtlijn vastgestelde voorwaarden te worden toegelaten, of de gastentiteit:
- a)
aantonen dat de gastentiteit en de in een derde land gevestigde onderneming tot dezelfde onderneming of dezelfde groep van ondernemingen behoren;
- b)
aantonen dat hij onmiddellijk voorafgaand aan de datum van de overplaatsing binnen een onderneming ten minste drie tot maximaal twaalf ononderbroken maanden in dienst is bij dezelfde onderneming of groep van ondernemingen als hij een leidinggevende of een specialist is, en ten minste drie tot maximaal zes ononderbroken maanden als hij een stagiair-werknemer is;
- c)
een arbeidsovereenkomst en, indien nodig, een opdrachtbrief van de werkgever overleggen, die het volgende bevatten:
- i)
nadere bijzonderheden inzake de duur van de overplaatsing en de vestigingsplaats van de gastentiteit(en) vermeld;
- ii)
gegevens die aantonen dat de onderdaan van het derde land in de gastentiteit(en) in de betrokken lidstaat een functie zal bekleden als leidinggevende, specialist of stagiair-werknemer;
- iii)
de bezoldiging en de overige arbeidsvoorwaarden die tijdens de overplaatsing binnen een onderneming gelden;
- iv)
gegevens die aantonen dat de onderdaan van het derde land na de beëindiging van de overplaatsing binnen een onderneming kan worden overgeplaatst naar een entiteit die tot dezelfde onderneming of groep van ondernemingen behoort en in een derde land is gevestigd;
- d)
aantonen dat de onderdaan van het derde land de beroepskwalificaties en ervaring bezit die zijn vereist in de gastentiteit waarnaar hij wordt overgeplaatst als leidinggevende of specialist, of, in het geval van een stagiair-werknemer, het vereiste universitaire diploma;
- e)
indien van toepassing, documenten overleggen waaruit blijkt dat de onderdaan van het derde land voldoet aan de voorwaarden die in het nationale recht van de betrokken lidstaat voor burgers van de Unie zijn vastgesteld voor de uitoefening van het gereglementeerde beroep waarop de aanvraag betrekking heeft;
- f)
een naar nationaal recht geldig reisdocument van de onderdaan van het derde land en, indien vereist, een visum of een aanvraag voor een visum overleggen; de lidstaten kunnen eisen dat het reisdocument ten minste even lang geldig is als de geldigheidsduur van de vergunning voor een binnen een onderneming overgeplaatste persoon;
- g)
onverminderd bestaande bilaterale overeenkomsten, aantonen dat de betrokkene beschikt over of, indien het nationale recht zulks vereist, een aanvraag heeft ingediend voor een ziektekostenverzekering die alle risico's dekt die normaliter ook voor de onderdanen van de betrokken lidstaat zijn gedekt, voor de perioden waarin deze dekking en het bijbehorende recht op prestaties niet zijn geregeld in verband met of uit hoofde van het in die lidstaat verrichte werk.
2.
De lidstaten kunnen eisen dat de aanvrager de in lid 1, onder a), c), d), e) en g), bedoelde documenten indient in een officiële taal van de betrokken lidstaat.
3.
De lidstaten mogen van de aanvrager eisen dat hij, uiterlijk op het tijdstip van afgifte van de vergunning voor een binnen een onderneming overgeplaatste persoon, het adres van de betrokken onderdaan van het derde land op het grondgebied van de lidstaat opgeeft.
4.
De lidstaten schrijven voor dat:
- a)
alle voorwaarden die in de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen en/of algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten gelden voor ter beschikking gestelde werknemers in een vergelijkbare situatie in de relevante beroepssectoren, in acht worden genomen tijdens de overplaatsing binnen een onderneming wat betreft de arbeidsvoorwaarden die niet de bezoldiging betreffen.
Bij ontstentenis van een stelsel voor het algemeen verbindend verklaren van collectieve overeenkomsten, kunnen de lidstaten zich baseren op collectieve overeenkomsten die algemeen toepasselijk zijn op alle soortgelijke ondernemingen in het geografische gebied en het beroep of de sector in kwestie, en/of op collectieve overeenkomsten die zijn gesloten door de meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op nationaal niveau en die op hun gehele nationale grondgebied worden toegepast;
- b)
de bezoldiging van de onderdaan van het derde land tijdens de gehele overplaatsing binnen een onderneming niet minder gunstig is dan die van onderdanen van de lidstaat waar de arbeid wordt verricht met vergelijkbare functies, overeenkomstig toepasselijke wetten of collectieve overeenkomsten of praktijken in de lidstaat waar de gastentiteit is gevestigd.
5.
Op basis van de overeenkomstig lid 1 verstrekte documenten, kunnen de lidstaten verlangen dat de binnen een onderneming overgeplaatste persoon tijdens zijn verblijf over voldoende middelen beschikt om zichzelf en zijn gezinsleden te onderhouden zonder een beroep te hoeven doen op het bijstandsstelsel van de lidstaat.
6.
Naast de in lid 1 genoemde bewijzen kan van iedere onderdaan van een derde land die een aanvraag indient om als stagiair-werknemer te worden toegelaten, worden verlangd dat hij een stage-overeenkomst overlegt die verband houdt met de voorbereiding voor zijn toekomstige functie binnen de onderneming of groep van ondernemingen, met een beschrijving van het stageprogramma waaruit blijkt dat het doel van het verblijf is de stagiair-werknemer op te leiden voor loopbaanontwikkeling of een opleiding in bedrijfstechnieken en -methoden, de duur ervan en de wijze waarop tijdens de stage toezicht zal worden uitgeoefend op de stagiair-werknemer.
7.
Elke wijziging tijdens de aanvraagprocedure die gevolgen heeft voor de in dit artikel vastgestelde toelatingscriteria, wordt door de aanvrager meegedeeld aan de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat.
8.
Onderdanen van derde landen die worden geacht een bedreiging te vormen voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid, worden in het kader van deze richtlijn niet toegelaten.