Besluit MAP-tiebreaker
2 Procedure
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2019
- Bronpublicatie:
09-12-2019, Stcrt. 2019, 66227 (uitgifte: 20-12-2019, regelingnummer: 2019-25404)
- Inwerkingtreding
21-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2019, Stcrt. 2019, 66227 (uitgifte: 20-12-2019, regelingnummer: 2019-25404)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / BEPS
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
De MAP-tiebreaker-procedure volgt in beginsel de procedure voor onderling overleg die in het desbetreffende belastingverdrag is opgenomen. Dit brengt bijvoorbeeld mee dat een verzoek voor het vaststellen van de verdragswoonplaats moet worden ingediend binnen de termijn die daarvoor in het artikel over de onderling overlegprocedure is gesteld (veelal binnen drie jaar na de eerste kennisgeving van het niet toekennen van verdragsvoordelen als gevolg van het dubbele inwonerschap). Veel Nederlandse belastingverdragen bepalen dat een verzoek tot het starten van een procedure voor onderling overleg moet worden ingediend in de verdragsluitende staat waarvan de persoon in kwestie inwoner is. Omdat een persoon die verzoekt om toepassing van de MAP-tiebreaker inwoner is van beide verdragslanden, kan het verzoek ook in beide landen worden ingediend. In het meest recente OESO-modelverdrag en in het MLI is dit ook het uitgangspunt.
In Nederland is de algemeen directeur Belastingdienst/Grote ondernemingen gemandateerd om verzoeken op grond van een MAP-tiebreaker te behandelen. Een verzoek daartoe kan worden gericht aan:
Belastingdienst / Grote ondernemingen
T.a.v. Behandelteam IFZ
Postbus 30206, 2500 GE DEN HAAG
De Nederlandse bevoegde autoriteit streeft er naar een verzoek op grond van een MAP-tiebreaker binnen zes maanden na ontvangst van alle relevante informatie af te ronden. Voor het spoedig afhandelen van verzoeken is de Nederlandse bevoegde autoriteit uiteraard ook afhankelijk van de medewerking van de andere betrokken bevoegde autoriteit. Tussen het ontstaan van het dubbele inwonerschap en het moment van overeenstemming zal dus enige tijd verstrijken. Gedurende deze periode bestaat er in beginsel geen recht op een vermindering of vrijstelling van belasting op grond van het belastingverdrag. Het vaststellen van het moment vanaf wanneer aanspraak gemaakt kan worden op de verdragsvoordelen vormt een onderdeel van het onderling overleg onder de MAP-tiebreaker-procedure. De Nederlandse bevoegde autoriteit zal daarbij in de regel uitgaan van het moment waarop het dubbele inwonerschap is ontstaan.