NJ 1929, p. 638:Opruiing v. h. publiek tot het niet-verlaten v. d. raadzaal v. d. gemeenteraad.

NJ 1929, p. 638

Opruiing v. h. publiek tot het niet-verlaten v. d. raadzaal v. d. gemeenteraad.

Documentgegevens:

HR 17-12-1928, ECLI:NL:HR:1928:184

Instantie: Hoge Raad
Datum: 17 december 1928
Magistraten: Mrs. Jhr. de Savornin Lohman, Savelberg, Taverne, Van Dijck en Kranenburg.
Zaaknummer: [17121928/NJ_1929,_p._638]
Conclusie: Mr. Van Lier
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS151544:1
Vakgebied(en): Archief (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1928:184, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑1928
Wetingang: (Sr art. 131, 139; Sv art. 359.)

Essentie

Opruiing v. h. publiek tot het niet-verlaten v. d. raadzaal v. d. gemeenteraad.

Samenvatting

De plaats, waar een publiekrechtelijk lichaam als de Raad eener gemeente vergadert, is een voor den openbaren dienst bestemd lokaal. Met de strekking van art. 139 Sr. is onvereenigbaar de opvatting van het begrip „dienst", als zoude daarvan alleen sprake zijn, wanneer in dienst van een ander werkzaamheden worden verricht.

Terecht is aangenomen, dat het publiek in het lokaal wederrechtelijk vertoefde, daar door de schorsing de openbare raadsvergadering was opgeheven, waardoor het recht van het publiek om in het lokaal te vertoeven kwam te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.