Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2010/43/EU tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft organisatorische eisen, belangenconflicten, bedrijfsvoering, risicobeheer en inhoud van de overeenkomst tussen een bewaarder en een beheermaatschappij
Artikel 19 Onafhankelijkheid bij conflictbeheer
Geldend
Geldend vanaf 30-07-2010
- Bronpublicatie:
01-07-2010, PbEU 2010, L 176 (uitgifte: 10-07-2010, regelingnummer: 2010/43/EU)
- Inwerkingtreding
30-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2010, PbEU 2010, L 176 (uitgifte: 10-07-2010, regelingnummer: 2010/43/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de in artikel 18, lid 2, onder b), bedoelde procedures en maatregelen garanderen dat relevante personen die betrokken zijn bij verschillende bedrijfsactiviteiten waarbij sprake is van een belangenconflict, deze activiteiten verrichten in een mate van onafhankelijkheid die evenredig is aan de omvang en activiteiten van de beheermaatschappij en de groep waartoe zij behoort, en aan de grootte van het risico dat de belangen van de cliënt worden geschaad.
2.
De overeenkomstig artikel 18, lid 2, onder b), te volgen procedures en te nemen maatregelen omvatten voor zover deze voor de beheermaatschappij nodig en passend zijn om de voorgeschreven mate van onafhankelijkheid te garanderen:
- a)
effectieve procedures ter voorkoming of ter controle van de uitwisseling van informatie tussen relevante personen die werkzaamheden in verband met het collectief beheer van beleggingsportefeuilles verrichten waarbij het risico bestaat op een belangenconflict wanneer de uitwisseling van deze informatie de belangen van een of meer cliënten kan schaden;
- b)
apart toezicht op relevante personen wier hoofdtaken bestaan in het uitoefenen van werkzaamheden in verband met het collectief beheer van beleggingsportefeuilles in naam van, of het verlenen van diensten aan cliënten of beleggers wier belangen met elkaar in strijd kunnen zijn, of die anderszins verschillende belangen (met inbegrip van die van de beheermaatschappij) hebben die met elkaar in strijd kunnen zijn;
- c)
de uitschakeling van elk direct verband tussen enerzijds de beloning van relevante personen die hoofdzakelijk betrokken zijn bij de ene activiteit en anderzijds de beloning van of de inkomsten gegenereerd door andere relevante personen die hoofdzakelijk betrokken zijn bij een andere activiteit, wanneer met betrekking tot deze activiteiten een belangenconflict kan ontstaan;
- d)
maatregelen om te voorkomen of het risico te beperken dat een persoon ongepaste invloed uitoefent op de wijze waarop een relevante persoon werkzaamheden in verband met het collectief beheer van beleggingsportefeuilles verricht;
- e)
maatregelen ter voorkoming of ter controle van de gelijktijdige of achtereenvolgende betrokkenheid van een relevante persoon bij aparte werkzaamheden in verband met het collectief beheer van beleggingsportefeuilles wanneer een dergelijke betrokkenheid afbreuk kan doen aan een passend beheer van belangenconflicten.
Indien bij vaststelling of toepassing van een of meer van deze maatregelen en procedures niet de voorgeschreven mate van onafhankelijkheid gegarandeerd is, verplichten de lidstaten beheermaatschappijen om alternatieve of aanvullende maatregelen en procedures vast te stellen die daartoe nodig en passend zijn.