Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming
Artikel 36 Geschilbeslechting door Autoriteit persoonsgegevens of via gedragscode
Geldend
Geldend vanaf 25-05-2018
- Bronpublicatie:
16-05-2018, Stb. 2018, 144 (uitgifte: 22-05-2018, kamerstukken: 34851)
- Inwerkingtreding
25-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2018, Stb. 2018, 145 (uitgifte: 22-05-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Privacy / Algemeen
Privacy / Bescherming persoonsgegevens
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
1.
De belanghebbende kan zich ook binnen de termijn bepaald voor het instellen van beroep op grond van de Algemene wet bestuursrecht, dan wel die, bedoeld in artikel 35, tweede lid, tot de Autoriteit persoonsgegevens wenden met het verzoek te bemiddelen of te adviseren in zijn geschil met de verwerkingsverantwoordelijke, dan wel gebruik maken van een geschillenbeslechtingsregeling als bedoeld in artikel 40, tweede lid, onderdeel k, van de verordening, op grond van een goedgekeurde gedragscode als bedoeld in artikel 40, vijfde lid, van de verordening. In dat geval kan het beroep in afwijking van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht nog worden ingesteld dan wel de procedure ingevolge artikel 35 nog aanhangig worden gemaakt nadat de belanghebbende van de Autoriteit persoonsgegevens bericht heeft ontvangen dat de behandeling van de zaak is beëindigd of ingevolge de geschillenbeslechtingsregeling, bericht heeft ontvangen dat de behandeling van de zaak is beëindigd, doch uiterlijk zes weken na dat tijdstip.
2.
Tijdens de behandeling van het beroep en de procedure, bedoeld in het eerste lid, kunnen de instanties die zijn belast met de behandeling van het geschil, advies van de Autoriteit persoonsgegevens inwinnen.