NJF 2020/190
Schadevergoeding na vrijspraak in strafzaak. Aansprakelijkheid van de Staat voor schade door schending van mensenrechten tijdens voorlopige hechtenis in India.
Hof Den Haag 17-12-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:3421
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
17 december 2019
- Magistraten
Mrs. S.A. Boele, E.M. Dousma-Valk, J.J. van der Helm
- Zaaknummer
200.141.906-01T2
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS202526:1
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2019:3421, Uitspraak, Hof Den Haag, 17‑12‑2019
- Wetingang
Essentie
Schadevergoeding na vrijspraak in strafzaak. Aansprakelijkheid van de Staat voor schade door schending van mensenrechten tijdens voorlopige hechtenis in India.
Samenvatting
Op verzoek van de Staat is appellant in 2006 in India in voorlopige hechtenis genomen. Ruim een na uitlevering aan Nederland is hij vrijgesproken. Appellant vordert schadevergoeding, onder meer vanwege schendingen van de mensenrechten tijdens de detentie in India. Het hof stelt voorop dat op grond van art. 1 EVRM een verdragspartij verplicht is de in dat verdrag gewaarborgde mensenrechten te verzekeren aan een ieder die ressorteert onder haar rechtsmacht. Vast staat echter dat appellant, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.