Einde inhoudsopgave
Kadasterwet
Artikel 6 [Bewaarder]
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Bronpublicatie:
02-12-2015, Stb. 2015, 478 (uitgifte: 11-12-2015, kamerstukken: 34272)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2015, Stb. 2016, 2 (uitgifte: 08-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Onder de benaming van bewaarder van het kadaster en de openbare registers worden door het bestuur van de Dienst ten minste twee bewaarders benoemd.
2.
Tot bewaarder kunnen uitsluitend worden benoemd zij die:
- a.
op grond van het met goed gevolg afleggen van het afsluitend examen van een opleiding op het gebied van het recht aan een universiteit of de Open Universiteit waarop de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek betrekking heeft, het recht om de titel meester te voeren, hebben verkregen;
- b.
een door het bestuur van de Dienst voldoende verklaarde opleiding van gelijkwaardige aard hebben, of
- c.
in het bezit zijn van een ten aanzien van het beroep van bewaarder verleende erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de beroepsvereisten, bedoeld in onderdeel a.
3.
Bij afwezigheid, belet, ontstentenis of schorsing van een bewaarder wordt hij vervangen door een of meer van de andere bewaarders door het bestuur van de Dienst aan te wijzen op een daarbij door dat bestuur te bepalen wijze.
4.
Het bestuur van de Dienst kan een of meer personen behorend tot het personeel van de Dienst belasten met de waarneming van het ambt van bewaarder.