Einde inhoudsopgave
Wet militair tuchtrecht
Artikel 47
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2000
- Bronpublicatie:
02-06-1999, Stb. 1999, 343 (uitgifte: 12-08-1999, kamerstukken: 25454)
- Inwerkingtreding
01-01-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-1999, Stb. 1999, 496 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Tuchtrecht
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
De strafdienst bestaat uit het verrichten van dienst door de gestrafte in overeenstemming met zijn rang, stand of functie, buiten de voor hem geldende diensturen.
2.
De strafdienst wordt opgelegd voor de duur van ten hoogste drie uren op ten hoogste tien werkdagen.
3.
Een militair ondergaat op dezelfde dag niet meer dan een straf van strafdienst.
4.
Een militair ondergaat per kalendermaand de straf van strafdienst niet gedurende meer dan vijftien werkdagen.
5.
Indien een militair op grond van het bepaalde in het vorige lid in een kalendermaand een hem opgelegde straf van strafdienst niet volledig ondergaat, zal hij het resterende deel in de volgende kalendermaand ondergaan.
6.
De tenuitvoerlegging van de strafdienst vangt zo spoedig mogelijk aan na de uitreiking van het afschrift van de uitspraak en vindt voor zover mogelijk plaats op achtereenvolgende werkdagen. Strafdienst wordt niet ten uitvoer gelegd tijdens verlofdagen.
7.
Het ondergaan van de straf van strafdienst is dienst.
8.
In geval van ontslag uit de militaire dienst eindigt de tenuitvoerlegging van de strafdienst van rechtswege op het moment waarop dat ontslag ingaat.
9.
Onverminderd het bepaalde in het vorige lid kan de beklagmeerdere het feitelijk verblijf onder de wapenen van degene die de straf van strafdienst ondergaat, verlengen totdat die straf is ondergaan.
10.
Op de dag waarop de straf van uitgaansverbod wordt ondergaan, kan niet ook de straf van strafdienst worden ondergaan.
11.
Onttrekking aan strafdienst schorst van rechtswege de straf.