Einde inhoudsopgave
Wet studiefinanciering 2000
Artikel 12.0c Samenloop terugbetalingen (142 Wsf)
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2022
- Bronpublicatie:
23-02-2022, Stb. 2022, 116 (uitgifte: 21-03-2022, kamerstukken: 35946)
- Inwerkingtreding
01-09-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2022, Stb. 2022, 117 (uitgifte: 22-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Studiefinanciering
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
In geval van samenloop van terugbetalingen van renteloze voorschotten, verstrekt door Onze Minister met betrekking tot de lasten, verbonden aan het bezoeken van een school voor voortgezet onderwijs dan wel een instelling van wetenschappelijk onderwijs en terugbetaling van rentedragende lening, wordt het door de debiteur op jaarbasis te betalen bedrag gevormd door de som van het op jaarbasis vastgestelde terug te betalen bedrag aan renteloze voorschotten en van het jaarbedrag aan termijnen, waarin de rente en aflossing van de rentedragende lening ingevolge artikel 41 van de Wet op de studiefinanciering, zoals dat luidde op 31 augustus 2000, vervallen.
2.
De artikelen 40, eerste en derde lid, 41 tot en met 48, 50, 107, 121 tot en met 127, 130 en 132 van de Wet op de studiefinanciering, zoals die luidden op 31 augustus 2000, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat indien de draagkracht van de debiteur lager is dan de te betalen termijn, de terugbetaling allereerst strekt ter voldoening van de oudste openstaande schuld.