NJ 1964/403
Internationaal privaatrecht. Overdracht auteursrecht. Stelplicht en bewijslast t.a.v. de vraag of een werk, waarop auteursrecht wordt gepretendeerd, aan anderen is ontleend.
HR 09-03-1962, ECLI:NL:HR:1962:38
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 maart 1962
- Magistraten
Mrs. Smits, de Jong, Wiarda, Houwing en Hülsmann
- Zaaknummer
[09031962/NJ_1964-403]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS140259:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1962:38, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑03‑1962
- Wetingang
Essentie
Internationaal privaatrecht. Overdracht auteursrecht. Stelplicht en bewijslast t.a.v. de vraag of een werk, waarop auteursrecht wordt gepretendeerd, aan anderen is ontleend.
Samenvatting
Indien het Hof, gelijk het middel stelt, op de ten processe bedoelde rechtshandeling (overeenkomst tussen twee Duitsers, waarvan betwist wordt of zij een overdracht van een Nederl. auteursrecht inhoudt) Duits recht heeft toegepast, heeft het Hof daardoor de aangehaalde wetsartikelen niet geschonden.
Het ontleend zijn van het werk waarop de eiser als maker of rechtsopvolger van de maker auteursrecht stelt te hebben, aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.