Einde inhoudsopgave
Algemene nabestaandenwet
Artikel 63c [Beëindiging vrijwillige verzekering]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2006
- Redactionele toelichting
In het Staatstblad is art. 63 gewijzigd.
- Bronpublicatie:
22-12-2005, Stb. 2005, 708 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 30238)
16-12-2004, Stb. 2005, 37 (uitgifte: 03-02-2005, kamerstukken: 29531)
- Inwerkingtreding
01-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2005, Stb. 2005, 709 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
15-12-2005, Stb. 2005, 717 (uitgifte: 28-12-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid nabestaanden / Nabestaandenuitkering
De vrijwillige verzekering, bedoeld in artikel 63a, eerste lid, eindigt:
- a.
met ingang van de eerste dag van de tweede maand volgend op die waarin de Sociale verzekeringsbank een schriftelijke opzegging van de gewezen verzekerde heeft ontvangen;
- b.
met ingang van de dag, waarop de periode van tien jaar, bedoeld in artikel 63a, eerste lid, is verstreken;
- c.
met ingang van de dag, waarop de gewezen verzekerde verplicht verzekerd wordt op grond van deze wet;
- d.
met ingang van de eerste dag van de vierde maand volgend op de laatste dag van de door de Sociale verzekeringsbank gestelde termijn waarbinnen de verschuldigde premie voor de vrijwillige algemene nabestaandenverzekering, bedoeld in artikel 71 van de Wet financiering sociale verzekeringen, dient te worden betaald, indien die betaling niet of niet geheel heeft plaatsgevonden;
- e.
met ingang van de dag volgend op de laatste dag van een door de Sociale verzekeringsbank gestelde termijn waarbinnen de gewezen verzekerde de van hem, in verband met de toepassing van dit hoofdstuk, verlangde inlichtingen dient te verstrekken, indien de gewezen verzekerde die gegevens niet heeft verstrekt, tenzij de gewezen verzekerde aannemelijk maakt dat dat hem niet in overwegende mate kan worden verweten.