Einde inhoudsopgave
Verdrag van Straatsburg van 2012 inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart (CLNI 2012)
Artikel 14 Gevolgen van de vorming van het fonds
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2019
- Bronpublicatie:
27-09-2012, Trb. 2013, 72 (uitgifte: 23-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-08-2018, Trb. 2018, 134 (uitgifte: 07-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
1.
Wanneer overeenkomstig artikel 12 een fonds is gevormd, is het een persoon die een vordering tegen het fonds geldend kan maken, niet toegestaan om met betrekking tot deze vordering enig recht uit te oefenen ten aanzien van andere vermogensbestanddelen van een persoon door of namens wie het fonds is gevormd.
2.
Na de vorming van een fonds overeenkomstig artikel 12, moet elk schip of moeten andere vermogensbestanddelen van een persoon ten wiens bate het fonds is gevormd waarop binnen het rechtsgebied van een Staat die Partij is bij dit Verdrag, beslag is gelegd ter zake van een vordering die tegen het fonds kan worden ingesteld, of enige gestelde zekerheid worden vrijgegeven op bevel van het gerecht of iedere andere bevoegde autoriteit van die Staat.
3.
Het eerste en tweede lid zijn alleen van toepassing, indien de schuldeiser een vordering tegen het fonds kan indienen bij het gerecht dat het fonds beheert en indien het fonds werkelijk beschikbaar en vrij overdraagbaar is met betrekking tot die vordering.