NJ 2017/289
Geen ne bis in idem na opgelegde randvoorwaardenkorting op GLB-inkomenssteun.
HR 14-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:241, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 februari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/02616
- Conclusie
A-G mr. A.J. Machielse
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154251:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Inrichting landelijk gebied
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:241, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1484, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑07‑2016
- Wetingang
Essentie
Vervolging ter zake onjuist gebruik van oormerken voor runderen na opgelegde randvoorwaardenkorting op GLB-inkomenssteun. Geen ne bis in idem.
Dat de Staatssecretaris van Economische Zaken aan de verdachte een randvoorwaardenkorting op GLB-inkomenssteun heeft opgelegd omdat zij de regels voor de identificatie en registratie van dieren niet heeft nageleefd, heeft geen gevolgen voor de strafrechtelijke vervolgbaarheid van diezelfde gedraging, nu de procedure die tot die korting heeft geleid niet kan worden aangemerkt als een veroordeling voor een strafbaar feit in de zin van art. 50 Handvest Grondrechten EU. Er is geen sprake van een uitzonderlijke situatie die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.