Einde inhoudsopgave
Wet inburgering 2021
Artikel 28 Certificering
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
02-12-2020, Stb. 2021, 38 (uitgifte: 02-02-2021, kamerstukken: 35483)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2021, Stb. 2021, 586 (uitgifte: 03-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Inburgering (V)
Sociale zekerheid boeten en maatregelen (V)
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld voor de afgifte van een certificaat aan een rechtspersoon of een natuurlijk persoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf werkzaamheden verricht gericht op het toeleiden van inburgeringsplichtigen naar het inburgeringsexamen of de zelfredzaamheidsroute.
2.
Onze Minister of een door Onze Minister op grond van artikel 29 aangewezen instelling beslist op aanvraag over de afgifte van het certificaat en is bevoegd een afgegeven certificaat in te trekken.
3.
Een certificaat wordt afgegeven voor een beperkte tijdsduur. Aan een certificaat kunnen voorschriften worden verbonden.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over:
- a.
de aanvraag en de gegevens die daarbij van de aanvrager worden verlangd;
- b.
de gronden waarop en de gevallen waarin de afgifte van een certificaat kan worden geweigerd of een afgegeven certificaat kan worden verlengd of ingetrokken;
- c.
de vergoeding die verschuldigd is in verband met de afgifte van een certificaat en de betaling daarvan.