NJB 2024/1895
Vergrijpboete. Werkelijke proceskosten
HR 06-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1133
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 september 2024
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Feteris, Fierstra, Wortel, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/01351
22/01347
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:1131, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑09‑2024
ECLI:NL:HR:2024:1133, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑09‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:665, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑07‑2023
- Wetingang
(Art. 8:75 Awb)
Essentie
Vergrijpboete. Werkelijke proceskosten
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
Vergoeding proceskosten
3.1
Het middel betoogt dat het Hof de Inspecteur ten onrechte niet heeft veroordeeld tot vergoeding van de werkelijke proceskosten van belanghebbende. Daartoe voert het middel primair aan dat belanghebbende door Rechtbank en Hof is ‘vrijgesproken’ en dat het vanuit een oogpunt van rechtseenheid voor de hand ligt dat het Hof de regels tot richtsnoer zou hebben genomen die door de civiele kamer van de Hoge Raad zijn geformuleerd met betrekking tot de vraag of in geval van een vrijspraak de door een gewezen verdachte gemaakte proceskosten voor vergoeding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.