Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1954
Artikel 28 [Bevoegde autoriteit]
Geldend
Geldend vanaf 27-06-1959
- Bronpublicatie:
24-12-1958, Stb. 1959, 677 (uitgifte: 16-01-1959, kamerstukken: 5119 )
- Inwerkingtreding
27-06-1959
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-1959, Stb. 1959, 194 (uitgifte: 01-01-1959, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Als de autoriteit in Nederland bevoegd om het bewijs van onvermogen af te geven of de verklaring van onvermogen voor zich te doen afleggen, als bedoeld in artikel 21 van het verdrag, met het oog op toelating tot het voorrecht van kosteloze rechtsbijstand in een van de Staten, waar het verdrag van kracht is, wordt aangewezen de burgemeester van de gewone verblijfplaats van de betrokkene of, bij gebreke daarvan, van zijn werkelijk verblijf.