NJB 2021/2622
Redelijkheid en billijkheid. Beperkende werking. Terughoudende toepassing. Het perceel van het Drentse Landschap grenst aan het perceel van A en B. Het hof oordeelt dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat A en B zich beroepen op enige toezegging van een medewerker van het Drentse Landschap om mee te werken aan het plaatsen van een afrastering. Hoge Raad: De klacht dat het hof de terughoudendheid heeft miskend waarmee de maatstaf van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid moet worden toegepast, faalt.
HR 08-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1476
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
20/02487
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1476, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:694, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑07‑2021
- Wetingang
Essentie
Redelijkheid en billijkheid. Beperkende werking. Terughoudende toepassing. Het perceel van het Drentse Landschap grenst aan het perceel van A en B. Het hof oordeelt dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat A en B zich beroepen op enige toezegging van een medewerker van het Drentse Landschap om mee te werken aan het plaatsen van een afrastering. Hoge Raad: De klacht dat het hof de terughoudendheid heeft miskend waarmee de maatstaf van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid moet worden toegepast, faalt.
Partij(en)
A en B, adv. mr. N.C. van Steijn, vs. het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.