Einde inhoudsopgave
Noodwet financieel verkeer
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Bronpublicatie:
11-09-1985, Stb. 1985, 510 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 18346 Overheid.nl: 18346)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-1985, Stb. 1985, 686 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
1.
Onze Minister is bevoegd te bepalen, dat het aan anderen dan banken verboden is zonder een door of namens hem verleende algemene of bijzondere vergunning over schuldvorderingen op deze banken of op de Bank, in contanten te beschikken, met dien verstande, dat rechthebbenden op opeisbare tegoeden op rekeningen bij banken of bij de Bank, de vrije beschikking behouden over een door Onze Minister te bepalen bedrag per rekeninghouder.
2.
Het is verboden om tegoeden, welke ten behoeve van bepaalde doeleinden worden vrijgegeven, voor andere doeleinden aan te wenden.