Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1862 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie
Artikel 67 Recht op inzage in gegevens, rectificatie van onjuiste gegevens en wissing van onrechtmatig opgeslagen gegevens
Geldend
Geldend vanaf 27-12-2018
- Bronpublicatie:
28-11-2018, PbEU 2018, L 312 (uitgifte: 07-12-2018, regelingnummer: 2018/1862)
- Inwerkingtreding
27-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-2018, PbEU 2018, L 312 (uitgifte: 07-12-2018, regelingnummer: 2018/1862)
- Vakgebied(en)
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Douane (V)
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
De betrokkenen kunnen de rechten uitoefenen die zijn neergelegd in de artikelen 15, 16 en 17 van Verordening (EU) 2016/679 en in artikel 14 en artikel 16, leden 1 en 2, van Richtlijn (EU) 2016/680.
2.
Een andere dan de signalerende lidstaat mag aan de betrokkene slechts informatie over persoonsgegevens van de betrokkene die worden verwerkt verstrekken, voor zover die lidstaat de signalerende lidstaat vooraf de gelegenheid heeft geboden dienaangaande een standpunt te bepalen. De communicatie tussen die lidstaten geschiedt door middel van de uitwisseling van aanvullende informatie.
3.
De lidstaten besluiten overeenkomstig hun nationaal recht geen of slechts gedeeltelijke informatie aan de betrokkene te verstrekken, voor zover en zolang die volledige of gedeeltelijke beperking in een democratische samenleving, met inachtneming van de grondrechten en legitieme belangen van de betrokkene in kwestie, een noodzakelijke en evenredige maatregel is om:
- a)
belemmering van officiële of justitiële onderzoeken of procedures te voorkomen;
- b)
nadelige gevolgen voor de voorkoming, de opsporing, het onderzoek of de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen te voorkomen;
- c)
de openbare veiligheid te beschermen;
- d)
de nationale veiligheid te beschermen, of
- e)
de rechten en vrijheden van anderen te beschermen.
In gevallen als bedoeld in de eerste alinea stelt de lidstaat de betrokkene schriftelijk en zonder onnodige vertraging in kennis van een eventuele weigering of beperking van de inzage en van de redenen voor die weigering of beperking. Die informatie kan achterwege worden gelaten wanneer de verstrekking daarvan een van de onder a) tot en met e) van de eerste alinea bedoelde redenen ondermijnen. De lidstaat stelt de betrokkene in kennis van de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij een toezichthoudende instantie of om beroep in te stellen bij de rechter.
De lidstaat registreert de feitelijke of juridische redenen die ten grondslag liggen aan het besluit om geen informatie aan de betrokkene te verstrekken. Die informatie wordt ter beschikking gesteld van de toezichthoudende autoriteiten.
Voor deze gevallen kan de betrokkene zijn rechten ook uitoefenen via de bevoegde toezichthoudende instanties.
4.
Bij ontvangst van een verzoek tot inzage, rectificatie of wissing informeert de lidstaat de betrokkene zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen de in artikel 12, lid 3, van Verordening (EU) 2016/679 genoemde termijnen, van het gevolg dat wordt gegeven aan de uitoefening van de rechten uit hoofde van dit artikel.