Goedkeuringswet Europol-Overeenkomst en Protocol van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 31-12-1997
- Bronpublicatie:
24-12-1997, Stb. 1997, 775 (uitgifte: 30-12-1997, kamerstukken: 25339)
- Inwerkingtreding
31-12-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-1997, Stb. 1997, 775 (uitgifte: 30-12-1997, kamerstukken: 25339)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Een ontwerp van een besluit dat beoogt het Koninkrijk te binden, wordt voordat daaromtrent enigerlei besluitvorming door de in artikel 28 van de in artikel 1 genoemde Overeenkomst bedoelde Raad van Bestuur plaatsvindt, terstond nadat de tekst van dat ontwerp tot stand is gekomen openbaar gemaakt en aan de Staten-Generaal voorgelegd.
2.
Een ontwerp-besluit als bedoeld in het eerste lid kan, in afwijking van het bepaalde in dat lid, ter vertrouwelijke kennisneming door de leden van de Staten-Generaal worden voorgelegd indien buitengewone omstandigheden van dwingende aard het bepaald noodzakelijk maken dat het ontwerp een geheim of vertrouwelijk karakter draagt.
3.
Instemming van de Staten-Generaal is vereist voordat de vertegenwoordiger van het Koninkrijk zijn medewerking kan verlenen aan het totstandkomen van een besluit als bedoeld in het eerste lid.
4.
Stilzwijgende instemming is verleend indien niet binnen vijftien dagen na overlegging van het ontwerp-besluit aan de Staten-Generaal door of namens een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het ontwerp-besluit de uitdrukkelijke instemming behoeft.