Einde inhoudsopgave
Wet op het consumentenkrediet
Artikel 1 [Begripsbepaling]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
05-10-2016, Stb. 2016, 360 (uitgifte: 14-10-2016, kamerstukken: 34442)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-11-2016, Stb. 2016, 438 (uitgifte: 25-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
krediettransactie: iedere overeenkomst en ieder samenstel van overeenkomsten met de strekking dat:
- 1°
door of vanwege de eerste partij (de kredietgever) aan de tweede partij (de kredietnemer) een geldsom ter beschikking wordt gesteld en de tweede partij aan de eerste partij een of meer betalingen doet,
- 2°
door of vanwege de eerste partij (de kredietgever) aan de tweede partij (de kredietnemer) het genot van een roerende zaak wordt verschaft of een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen dienst wordt verleend en de tweede partij aan de eerste partij een of meer betalingen doet, of
- 3°
door of vanwege de eerste partij (de kredietgever) aan de tweede partij (de kredietnemer), dan wel ten behoeve van deze aan een derde partij (de leverancier) een geldsom ter beschikking wordt gesteld ter zake van het verschaffen van het genot van een roerende zaak of het verlenen van een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen dienst aan de tweede partij, en de tweede partij aan de eerste partij of aan de derde partij een of meer betalingen doet;
- b.
vervallen;
- c.
vervallen;
- d.
vervallen;
- e.
vervallen;
- f.
vervallen;
- g.
vervallen;
- h.
vervallen;
- i.
vervallen;
- j.
vervallen;
- k.
vervallen;
- l.
vervallen;
- m.
vervallen;
- n.
gemeentelijke kredietbank: een instelling voor kredietverlening, opgericht door een of meer gemeenten.