NJB 2024/1056
Recht van de vakbond op onderhandelen. Onderhandelingsvrijheid van de werkgever. Het hof heeft werkgever TUI bevolen om met vakbond FNV in onderhandeling te treden over een cao voor het cabinepersoneel. Hoge Raad: Het oordeel van het hof geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en kan in cassatie niet verder worden getoetst. De vraag of een weigering van een werkgever om met een vakbond in onderhandeling te treden, onrechtmatig is, moet worden beantwoord aan de hand van een belangenafweging, in aanmerking genomen alle omstandigheden van het geval. Catalogus van omstandigheden (niet alleen representativiteit van de vakbond). Stelplicht vakbond.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 april 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
22/04484
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:673, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑04‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1211, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑12‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑10‑2022
- Wetingang
(art. 6:162 BW; art. 32 lid 2 WOR)
Essentie
Recht van de vakbond op onderhandelen. Onderhandelingsvrijheid van de werkgever. Het hof heeft werkgever TUI bevolen om met vakbond FNV in onderhandeling te treden over een cao voor het cabinepersoneel. Hoge Raad: Het oordeel van het hof geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en kan in cassatie niet verder worden getoetst. De vraag of een weigering van een werkgever om met een vakbond in onderhandeling te treden, onrechtmatig is, moet worden beantwoord aan de hand van een belangenafweging, in aanmerking genomen alle omstandigheden van het geval. Catalogus van omstandigheden (niet alleen representativiteit van de vakbond). Stelplicht vakbond. ...