Einde inhoudsopgave
Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015
Artikel 60
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
17-11-2021, Stb. 2021, 570 (uitgifte: 26-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
13-10-2021, Stb. 2021, 509 (uitgifte: 29-10-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2021, Stb. 2021, 601 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
13-10-2021, Stb. 2021, 509 (uitgifte: 29-10-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
1.
Het verzoek, bedoeld in artikel 48, vijfde lid, eerste volzin, van de wet, omvat in elk geval:
- a.
het gebied waarin de verzoekende toegelaten instelling of instellingen een lager percentage dan het op grond van artikel 48, eerste lid, eerste volzin, van de wet geldende percentage van toepassing willen laten zijn, en welk percentage dat zou moeten zijn;
- b.
het gebied waarin de in het verzoek te noemen andere toegelaten instelling of instellingen een hoger percentage dan het op grond van artikel 48, eerste lid, eerste volzin, van de wet geldende percentage van toepassing willen laten zijn, en welk percentage dat zou moeten zijn;
- c.
voor hoeveel jaren dat lagere en hogere percentage van toepassing zouden moeten zijn, welk aantal jaren ten hoogste 4 is, en
- d.
de wijze waarop gedurende die jaren wordt bewerkstelligd dat na die jaren zal worden voldaan aan artikel 48, eerste lid, eerste volzin, van de wet.
2.
Voordat Onze Minister op het verzoek beslist, stelt hij de gemeenten die gelegen zijn in de gebieden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, en waar een of meer van de bij het verzoek betrokken toegelaten instellingen feitelijk werkzaam zijn, in de gelegenheid hun zienswijzen daarop aan hem kenbaar te maken. Die gemeenten kunnen die zienswijzen binnen vier weken aan hem doen toekomen.
3.
Onze Minister bepaalt voor elke toegelaten instelling afzonderlijk het lagere percentage, bedoeld in artikel 48, vijfde lid, eerste volzin, van de wet, en het hogere percentage, bedoeld in de derde volzin van dat lid, met gebruikmaking van de formule:
((wgl/geb × perc/geb) + (wgl/ov × 90)) / (wgl/tot)
in welke formule voorstelt:
- –
wgl/geb (woongelegenheden gebieden): het aantal woongelegenheden, bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdelen b en c, van de wet, van de betrokken toegelaten instelling volgens de gegevens, opgenomen in het overzicht, bedoeld in artikel 36a, vierde lid, van de wet, dat gelegen is in het gebied, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a respectievelijk b, van dit artikel;
- –
perc/geb (percentage gebieden): het lagere of hogere percentage, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a respectievelijk b;
- –
wgl/ov (woongelegenheden overig): het aantal woongelegenheden, bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdelen b en c, van de wet, van de betrokken toegelaten instelling volgens de gegevens, opgenomen in het overzicht, bedoeld in artikel 36a, vierde lid, van de wet, dat niet gelegen is in het gebied, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a respectievelijk b, van dit artikel;
- –
wgl/tot (woongelegenheden totaal): het totale aantal woongelegenheden, bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdelen b en c, van de wet, van de betrokken toegelaten instelling volgens de gegevens, opgenomen in het overzicht, bedoeld in artikel 36a, vierde lid, van de wet.