Einde inhoudsopgave
Omgevingsverordening Limburg
Artikel 3.6 Procedurele bepalingen regionaal waterplan
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
17-12-2010, Provinciaal blad van Limburg 2010, 86 (uitgifte: 24-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2010, Provinciaal blad van Limburg 2010, 86 (uitgifte: 24-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Gedeputeerde staten voeren, ter voorbereiding van het regionaal waterplan, ten minste overleg met het dagelijks bestuur, de hoofdingenieur directeur van Rijkswaterstaat en de colleges van burgemeester en wethouders van de binnen het plangebied liggende gemeenten.
2.
Gedeputeerde staten raadplegen ter voorbereiding van het regionaal waterplan de Minister en gedeputeerde staten van de aangrenzende provincies en de beheerder van de grensoverschrijdende dan wel grensvormende watersystemen.
3.
Op de voorbereiding van het regionaal waterplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
4.
Een ieder heeft de gelegenheid zijn zienswijze op het regionaal waterplan schriftelijk of mondeling in te brengen.
5.
Binnen vier weken na vaststelling van het regionaal waterplan brengen gedeputeerde staten de bestuursorganen genoemd in het eerste lid daarvan op de hoogte.