V-N 2021/20.7
‘Remittance’-bepaling staat volgens A-G toe dat Nederland schuldig gebleven Zwitserse rente belast
HR (A-G) 30-03-2021, ECLI:NL:PHR:2021:311, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
30 maart 2021
- Zaaknummer
20/03826
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS267892:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Anti-misbruik
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:974, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:311, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑11‑2020
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat remittance-bepalingen juist de toewijzing ongedaan maken van inkomsten van inwoners van de remittance base staat als die inkomsten niet naar die staat worden overgemaakt.
Samenvatting
B is sinds 2004 woonachtig in Zwitserland en houdt de aandelen in X bv. X bv is naar Nederlands recht opgericht. In het onderhavige jaar 2013 worden de statutaire directie en de feitelijke leiding van X bv uitgeoefend door een op Malta gevestigde rechtspersoon. B betaalt de over de rekening-courant met X bv verschuldigde rente van € 53.485 niet. X bv houdt in haar VPB-aangifte 2013 geen rekening met de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.